Tussen de Belgische vlaggen van restaurant Witloof in Maastricht kijken twee bruine labradors me vanuit het raamkozijn tevreden aan. Het zijn net levende boegbeelden die stilzwijgend lijken te zeggen: ‘Kom maar naar binnen. Ons baasje verzorgt je hier goed.’ Binnen laat ik chef Ad Fiddelers de foto zien die ik van zijn honden heb gemaakt. ‘Allez, gij hebt Leffe en Chouffe al ontmoet, zie ik!’ lacht hij. ‘Leffe is ‘n Franstalig vrouwke, uit Brussel. Chouffe is ‘n Vlaams manneke, uit Lummen. Maar ondanks de taalbarrière verstaan ze zich prima.’ Ad en zijn honden vormen een komisch trio. Als ik een Belgische striptekenaar was, zou de eerste bladzijde al op papier staan.
De chef haalt zijn producten uit heel België. Vandaag neemt hij me mee naar drie dorpjes die vlak over de grens liggen. In Aubel stoppen we bij Stassen voor jenever en bier. Op weg naar Battice rijdt Ad drie keer verkeerd. ‘Ik ben verzot op afwisseling,’ zegt de chef terwijl hij de auto in zijn achteruit zet. In Battice kopen we rauwmelkse Hervekaas van Joseph Munnix. ‘De kazen van Munnix maken deel uit van de laatste echte Hervekazen van het Plateau,’ vertelt Ad. In de stal kijkt een koe met een hartje op haar voorhoofd me lief aan. Het is alsof ze zegt: ‘Mijn baasje maakt met veel liefde kaas van mijn melk.’ Onze laatste stop is de forellenkwekerij in Sint-Pieters-Voeren, waar in de vijvers forellen liggen te spartelen. Het lijkt haast alsof ze staan te springen om op de bordjes van Witloof te belanden.
‘Met de ouderwetse naam Witloof gaan we terug naar de authentieke, eenvoudige maar kei lekkere Belgische keuken,’ zegt de chef als we terug zijn in het restaurant. Ad trekt de lijn van afwisseling door in het interieur, dat geïnspireerd is door de typische Belgische bric-à-brac van verschillende stijlen. Zo lijkt het voorste gedeelte van het restaurant op een hut uit de Ardennen, is het midden ingericht als een frietkot en eet je achterin in de ‘kwiesien’ van bomma en bonpappa. De serveersters dragen een Brugs-kanten tenue dat het midden houdt tussen het jurkje van Schanulleke en dat van Wiske. Op de kaart staat onder meer de forel uit Sint-Pieters-Voeren, konijn op wijze van Ad’s bomma en ajuinen van nonkel Gerard. Maar dat kan morgen weer anders zijn. Ad houdt immers van afwisseling.
´s Avonds staan Ad en ik aan de koude kant in het open deel van de keuken. Op nog geen meter afstand eet een stelletje spaghetti carbonara. Op z’n Waals bereid met witloof, Ardeense ham en de zachte Hervekaas van Munnix. Terwijl ik samen met Ad een kaasplankje samenstel van Chimay, Postelse Abdijkaas, Damse Mokke en Gentse Bio Blue, schenkt de jongen tegenover ons zijn vriendin tafelwater in uit een fles met daarop een afbeelding van Manneken Pis. Als ik na werktijd met een glimlach op mijn gezicht de straat uit loop, zie ik het bordje: Sint-Bernardusstraat. Het doet me denken aan Sint Bernard honden en St. Bernardus bier uit het plaatsje Watou in België. Honden en Belgisch bier – ik vind het een kei goeie combinatie.